Conclusie | |||||
Er is tegenstrijdig bewijs gevonden voor de sensitiviteit van de Fairbank's apprehension test. Ahmand (2009) geeft als conclusie 1.00 voor de sensitiviteit, echter gaat het hier om een modificatie van de originele test en kan deze daarom ook niet worden vergeleken met de conclusie die Malanga (2003) geeft. Malanga (2003) baseert zijn conclusie van 0.39 echter op een artikel. Wanneer gekeken wordt naar deze waarde, wordt hierbij aangegeven dat de laxiteit van de patella het meest aanwezig was bij 70 tot 80 graden flexie. Echter staat in de eigen testbeschrijving van Malanga (2003) dat deze test in 30° wordt uitgevoerd. Hierbij kunnen dus vraagtekens gesteld worden. Over het algemeen kan hier dus geen uitspraak over gedaan worden. Het lijkt erop dat wanneer een gedeelte van de modificatie van de fairbank’s apprehension test wordt uitgevoerd, het alleen naar flexie brengen van de knie met druk naar lateraal, de sensitiviteit redelijk te noemen is. Meer specifiek onderzoek is daarentegen nodig om hier zeker van te zijn. |
|||||
Titel + Auteurs + Jaartal | Soort artikel | Methodologische kwaliteit | Sensitiviteit | ||
Malanga, G. A., Andrus, S., Nadler, S. F., & McLean, J. (2003). Physical examination of the knee: A review of the original test description and scientific validity of common orthopedic tests. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation, 84(4), 592-603 | Systematic review | AMSTAR 9/11 | 0.39 | ||
Ahmad, C. S., McCarthy, M., Gomez, J. A., & Shubin Stein, B. E. (2009). The moving patellar apprehension test for lateral patellar instability. The American Journal of Sports Medicine, 37(4), 791-796 | Diagnostic accuracy study | QUADAS 12/14 | 1.00 |