Cervicale wervelkolom  »  Spurling's (compression) test  »  Validiteit

Conclusie

Conclusie

Uit de resultaten blijkt dat de spurling’s test hoog specifiek is en matig sensitief. Er kan dus gezegd worden dat er bij een negatieve test uitslag een grote kans aanwezig is dat mensen zonder radiculopathie ook niet onterecht gediagnosticeerd worden met de spurling’s test.

Over het algemeen hebben de studies een matige sensitiviteit beschreven m.b.t. de spurling’s test. Shah et al. (2004)9 en de studie van de Hertogh et al. (2007)7  hebben een hogere sensitiviteit beschreven. De studie van Tong et al. (2002)10 beschrijft een lagere sensitiviteit dan het gemiddelde. Daarnaast beschrijft de Hertogh et al. (2007)7 een hogere sensitiviteit.

Discussie

De beoordeelde studies doen allemaal een duidelijke uitspraak over sensitiviteit en specificiteit. Daarnaast zijn er twee studies die een uitspraak doen over de inter-beoordeelaars betrouwbaarheid. Voor de validiteit en intra-beoordelaars betrouwbaarheid is verder onderzoek nodig.

Over het algemeen beschrijven de studies een matige sensitiviteit m.b.t. de spurling’s test. Echter beschrijven Shah et al. (2004)9 en  Hertogh et al. (2007)7 een hoge sensitiviteit. In de studie van Shah et al. (2004)9 worden patiënten gebruikt die een gediagnosticeerde disc prolaps hadden. Aangezien een radiculopathie niet altijd gepaard gaat met een prolaps moet er opgelet worden met het interpreteren van deze gegevens. Wel gebruikt Shah et al. (2004)9 een ‘echte gouden standaard’, namelijk een operatie. Echter is deze alleen voor het diagnosticeren van een (soft) disc prolaps. Dit is maar één van de mogelijke oorzaken van een radiculopatie. De studie van Shah et al (2004)9 wordt ook meegenomen in de review van Rubinstein et al (2007)4, dit is de reden dat de hoogst gevonden sensitiviteit in de ze review ook 0.90 is en dus hoog is. De studie van Hertogh et al. (2007)7 is van matige methodologische kwaliteit, hierdoor dienen de gegevens voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Aangezien er voldoende studies gevonden zijn, met een goede methodologische kwaliteit, worden deze studies niet meegenomen in de conclusie. Dit geldt ook voor de studie van Tong et al. (2002)10, de gegevens uit deze studie worden dus ook niet meegenomen in de conclusie.

Bij de studie De Hertogh et al (2007)7 is geen goede  (referentie) standaard gebruikt om een radiculopathie te diagnosticeren. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van vragenlijsten. Dit zorgt ervoor dat je, naast de matige methodologische kwaliteit, nog beter moet opletten met de interpretatie van de gegevens uit deze studie, omdat de resultaten hierdoor beïnvloed kunnen zijn.
Door afwijkende patiëntenprofielen of de matige methodologische kwaliteit zijn de studies van Shah et al. (2004)9, Hertogh et al. (2007)7 en Tong et al. (2002) niet meegenomen in de conclusie.

Titel + Auteurs + Jaartal Soort artikel Methodologische kwaliteit Validiteit
geen studie bekend




Fysiostart informatie

copyright © 2015 fysiostart