Cervicale wervelkolom

 = Er is sterk positief bewijs  = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs  = Er is sterk negatief bewijs
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur

Test Sensitiviteit Specificiteit Validiteit Interbeoordelaars betrouwbaarheid Intrabeoordelaars betrouwbaarheid Beschrijving Beeld uitvoering Beeld positive test Zoek strategie Bijgewerkt
Cervicale radiculopathie
Spurling's (compression) test0,50-0,730,74-0,93Bekijk0,28-0,62BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
(cervical) distraction test0,43-0,530,90-1,000,860,63-0,95BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
ULTT A0,970,22Bekijk0,54-0,76BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
ULTT B1BekijkBekijkBekijk0,46BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
ULTT B20,720,33Bekijk0,44-0,83BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
ULTT CBekijkBekijkBekijk0,36BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
Cluster van Wainner (2/4 positief/negatief)0,390,56BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees21-12-2012
Cluster van Wainner (3/4 positief/negatief)0,390,94BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees21-12-2012
Cluster van Wainner (4/4 positief/negatief)0,240,99BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees21-12-2012
shoulder abduction test0,17-0,460,85-0,92Bekijk0,20BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
Valsalva0,220,94Bekijk0,69BekijkLeesBekijkLees21-12-2012
Brachial plexus compression test (BPCT)BekijkBekijkBekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees21-12-2012
vertebrobasilaire insufficiƫntie
Kleyn NieuwenhuyseBekijk0,67-1,00BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees

Doel Upper limb tension testen (ULTT)1 De ULTT testen kunnen verschillende doeleinden: * Uitsluiten van zenuwproblematiek van zenuwen van de plexus brachialis. * Uitsluiten van het Carpaal tunnel syndrome(CTS).

 

Beschrijving ULTT testen 2

De ULTT bestaat uit 4 verschillende testen waarbij de bovenste extremiteit, voornamelijk de arm, in verschillende posities wordt gebracht. Voor de uitvoering van de test is nog altijd geen duidelijke standaard. Vanuit de opleiding wordt de beschrijving uit Magee et al.2 gehanteerd. Echter beschrijft Butler (2000)9 deze test op een meer uitgebreide wijze. Deze 2 beschrijvingen spreken elkaar ook tegen. In Magee et al.2 staat een uitvoering in woord beschreven terwijl de bijbehorende plaatjes een andere uitvoering laten zien. Ook spreken Butler (2000)9 en Magee et al.2 elkaar tegen wat betreft de volgorde en de positionering van de arm bij de test voor de n. ulnaris (ULTT C). Aangezien er een literatuurstudie gedaan wordt naar de testen die aangeboden worden binnen de opleiding, worden de testen volgens Magee el al.2 beschreven. Dit is omdat de school Magee et al2 hanteert. De studies die de uitvoering volgens Butler (2000)9 hanterenworden wel meegenomen in de conclusie. Er zal aangegeven worden welke studie, welke uitvoering gebruikt. In de discussie zullen eventuele verschillen in validiteit en betrouwbaarheid tussen de uitvoeringen besproken worden. Voor de beschrijving van de uitvoering van de test wordt daarom verwezen naar Magee2 pagina 165-167.

Referenties

1 Internet geraadpleegd op 01-11-2012 van: https://online.han.nl/sites/8-HE-FYS-ALG/pcf/Praktische%20oefenopdrachten/Diagnosticeren/Schouder/Specifieke%20testen/163.%20Musculoskeletaal,%20Diagnosticeren,%20Schouder,%20Specifieke%20testen,%20ULTT%201.pdf

2 David J. Magee, orthopedic physical assessment, (5e druk) Saunders Elsevier, pag 164-167

Close




Fysiostart informatie

copyright © 2015 fysiostart